Op mezelf wonen

Ik woonde sinds zomer 2018 op de studentencampus Uilenstede in Amstelveen. Vlak voor mijn ongeluk (echt maar drie dagen ervoor) was ik naar de buren verhuisd. Daar heb ik niet veel van meegekregen en door mijn geheugenverlies was ik ook vergeten dat ik was verhuisd. Gelukkig was het naar de buren, die ik al goed kende, dus mijn kamer daar is heel lang aangehouden. Al mijn spullen stonden daar ook en de huur was niet super hoog, dus dat dat kon was alleen maar fijn.

Na mijn ongeluk heb ik eerst een maand in het ziekenhuis gelegen en toen ben ik naar het Daan Theeuwes Centrum (DTC) gebracht. Daar heb ik intern gezeten tot begin juli. Ik had niet superveel spullen daar en was van een heleboel spullen die ik bezat, het bestaan vergeten. Begin juli heb ik met hulp van twee vrienden en mijn ouders, al mijn spullen van Uilenstede verplaatst naar waar ik nu woon. Ik woon nu in een flat in Amsterdam, in mijn eigen studio.

 

Ook al was ik net verhuisd, vond ik het niet een goed idee om terug te keren naar Uilenstede. Ik studeerde toen ik verhuisde ook nog niet, dus ik had geeneens terug kunnen verhuizen (het is een studentencampus dus je moet student zijn). Daarnaast is Uilenstede supergezellig, maar wel heel druk. Ik woonde in de laagbouw en deelde een huisje met 13 anderen. Dat zijn 14 mensen in totaal. Allemaal studenten die alles uit hun studentenleven willen halen. Dat zou ik denk ik niet aankunnen. Nu kan ik alles op mijn eigen tempo doen.

 

Maar ik woon wel alleen nu. En hoewel dit een goed idee was toen ik verhuisde, begint dit wel eenzaam te worden. Van 14 mensen naar niemand is vrij extreem. Zoals ik al zei was dit het beste toen ik verhuisde, ik revalideerde nog poliklinisch dus zat totaal niet in het ritme van een typische student; ik dronk niet, ging niet naar feestjes en ging op tijd naar bed. Daarnaast was mijn kamer recht naast de woonkamer dus had ik veel last van overlast gehad.

 

Dat ik alleen ging wonen was wel echt de betere optie toen. Mijn moeder was al eerder naar mijn kamer op Uilenstede gegaan om alles in te pakken en samen met mijn vader, oom en tante hadden ze alles al geschilderd in mijn nieuwe appartement. De vloer was ook al gelegd dus ik hoefde alleen nog mijn spullen te verhuizen. Omdat al het werk wat van tevoren moest gebeuren, al was gedaan, ben ik maar een dag bezig geweest. 

 

Bij het uitpakken kwam ik allemaal spullen tegen waarvan ik het bestaan was vergeten. “Oh, wat leuk!”, klonk het de hele tijd. Superfijn dat ik alles nog steeds zo leuk vond en fijn dat ik zoveel spullen heb. Nu heb ik namelijk niet heel veel geld, dus nieuwe spullen kopen zit er vaak niet in. Maar ik kan nog wel even voortborduren op de spullen die ik al heb.


Het was ook geen gegeven dat ik weer zou kunnen terugkeren naar Amsterdam. Mijn ouders wonen in Goes, Zeeland en wisten dat ik er niet gelukkig van zou worden als ik terug had moeten keren naar Goes. Ze hebben wel een keer gevraagd of ik niet een tijdje weer in Goes wilde wonen, waarop ik meteen nee zei (dit kan ik me niet herinneren maar ik ben erg blij dat ik nee zei). Toen het ook duidelijk werd dat ik alleen zou kunnen wonen zijn ze op zoek gegaan naar een plek in Amsterdam. Voordat ik verhuisde zat ik nog intern in het DTC en woonde ik tijdelijk in het ziekenhuis. Ik heb daar eerst een paar maanden in een studio gezeten (want dat hadden ze daar), waarmee ik heb kunnen oefenen met op mezelf wonen. Ik had ook mijn eigen keukentje dus kookte voor mezelf en ik deed één keer per week boodschappen.


Dat ging allemaal prima en ik heb fysiek ook geen problemen. Dat was wel belangrijk om weer op mezelf te wonen. Wanneer iemand me lastigvalt kan ik nog een klap uitdelen (dan moeten ze wel heel ver gaan). Ik heb me nog niet onveilig gevoelt sinds mijn verhuizing maar het is wel fijn om te weten dat ik voor mezelf op kan komen.

 

En hoewel alleen wonen echt beter was op dat moment, vind ik het nu wel saai worden. Ik zou heel graag weer huisgenootjes willen hebben. Ik heb een jaarcontract dus moet sowieso nog even wachten, maar daarna wil ik wel weer gaan hospiteren. Dat vind ik wel spannend. Bij mijn eerste kamer op Uilenstede heb ik maar één keer hoeven hospiteren en toen werd ik gekozen en bij mijn tweede kamer op Uilenstede kende ik het huis al dus heb ik niet hoeven hospiteren.

 

Ik ben er bang voor dat ik word afgekeurd op mijn hersenletsel, omdat ik wel een beetje weet waar mensen op filteren (in mijn tijd op Uilenstede heb ik meer dan genoeg hospi’s georganiseerd). Deze onzekerheid heb ik naar vrienden uitgesproken, die zeiden dat ik me niet te druk moest maken. Dat ik een ongeluk heb gehad is natuurlijk heel naar, maar ik ben als persoon niet heel veel veranderd. Dus als het jaar voorbij is ga ik het denk ik toch proberen. 

Reacties