Waar ik tegenaan loop

Ik heb heel veel van mijn oude leven teruggekregen. Dat weet ik en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Toen ik nog intern revalideerde in het Daan Theeuwes Centrum kon ik heel goed zien dat de dingen die ik kan, niet vanzelfsprekend zijn. Daarom heb ik mezelf in het begin veel weggecijferd. Ik vond mijn situatie vaak niet heftig genoeg. Maar dat is het wel. Ik ben aangereden, hoe veel heftiger wil je het hebben? 

Tuurlijk heb ik ontzettend veel geluk gehad in de nasleep en daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Als je de foto’s en video’s van mij uit mijn ziekenhuistijd ziet, zou je niet verwachten dat ik een halfjaar later alweer zelfstandig in Amsterdam woonde. En dat is niet alleen geluk. Ik heb ook heel hard gewerkt. 

 

Mijn therapeuten zeiden dat wanneer je poliklinisch revalideert (elke dag op en aan reizen) en terug zou keren naar je eigen leven, dingen moeilijker zullen worden. ‘Je eigen leven is de beste leerschool’, werd gezegd. Maar toen ik terugkeerde ging alles verrassend soepel. Ik zag mijn vrienden genoeg, had school weer opgepakt en sportte regelmatig. Ook op mentaal vlak liep ik nergens tegenaan. Net na mijn ongeluk was ik heel vlak en kende ik bijna geen emotie. Dit is inmiddels hersteld maar als ik terugkijk voelde ik een halfjaar geleden nog wel veel minder.

 

Nu voel ik dus veel meer. Aan de ene kant heel fijn, aan de andere kant enorm kut. Ik heb weer te maken met negatieve gedachtes en ik ben aan het regelen om met iemand hierover te praten. Voor mijn ongeluk ging het mentaal namelijk ook niet even soepel en toen ik minder voelde dacht ik dat dat was opgelost. Niet dus. Maar ik heb wel genoeg zelfvertrouwen, ik ben eerder het vertrouwen in mezelf kwijt. Als in, ik weet hoe leuk ik ben, maar ik weet niet zeker of ik die ene opdracht voor school goed heb gemaakt en begrepen.

 

Waar ik verrassend genoeg niet heel erg tegenaan loop is mijn geheugen. Tuurlijk, ik heb er nog wel eens problemen mee, maar over het algemeen gaat het beter dan verwacht. Zoals ik al heb gezegd schrijf ik dus enorm veel op. Heel mijn leven heeft nu structuur en ook plannen maak ik snel en op tijd definitief. Soms zie ik nog wel eens een afspraak in mijn agenda staan die ik me niet kan herinneren, of anders qua tijd herinner. Dan vraag ik het bij de desbetreffende persoon na. En dit gaat eigenlijk super.

 

Helaas kan ik dus niet meer dansen. Dat is denk ik, verrassend genoeg, het grootste ding waar ik tegenaan loop. Als ik dat wel kon had ik allang op een feestje gestaan. Ik wil mezelf gaan forceren om een uurtje per week in mijn woonkamer te dansen, zodat ik comfortabeler word in mijn lijf. En ja, forceren is het goede woord. Ik ga het in het begin echt niet leuk vinden, maar ik weet ook dat dat gevoel waarschijnlijk weg zal gaan. En in het verleden genoot ik er zo erg van om te dansen, dat ik mezelf ook wil forceren.

 

Wat ook niet soepel ging, en dit heb ik volgens mij al een keer gezegd, was het maken van schoolopdrachten. Vaak was ik te snel en daardoor maakte ik een opdracht verkeerd. Nu doe ik het rustiger aan, kijk ik goed wat ik moet doen en zet ik de opdrachtomschrijving bovenaan het desbetreffende word-bestandje. Dan kan ik altijd terugkijken wanneer ik twijfel of ik me de opdracht goed herinner. 

 

En op deze manier kom ik er wel. Mensen om mij heen weten hoe slecht mijn geheugen is en nemen het me niet kwalijk wanneer ik me iets niet herinner. Dat begrip is heel fijn, want ik kan er letterlijk niks aan doen. Hopelijk wordt mijn geheugen nog wel iets beter en ben ik op een gegeven moment comfortabel genoeg in mijn eigen lichaam om weer naar een feestje te gaan.

Reacties