Hoe gaat de omgang met medestudenten en docenten?

Ik ben alweer meer dan een jaar bezig met mijn studie. Vorig jaar ben ik halverwege het schooljaar in een klas gerold en in een groepje gezet (op mijn studie heb je veel groepswerk). Dat ging heel goed en ik had een leuk groepje met fijne meiden. Achteraf gezien heb ik ontzettend veel geluk met hen gehad. Ik ben geen fan van groepswerk omdat de helft meestal vrij weinig doet en ongemotiveerd is. In het verleden nam ik hun werk dan over en deed ik meer werk, maar dat trek ik niet meer. Dus om in een fijn, meewerkend groepje terecht te komen, zeker na mijn ongeluk, was heel fijn.

Vorig jaar heb ik aan het begin van de eerste les mezelf aan de rest van de klas voorgesteld en kort mijn verhaal gedaan. Ik begrijp dat mensen hun vragen hebben als er iemand midden in het jaar in je klas komt. Dit jaar heb ik dat anders aangepakt, want vorig jaar merkte ik dat ik eigenlijk niet met mijn klas te maken had, alleen met mijn groepje. Ik ben er open over dat ik hersenletsel heb en vind het geen probleem om dit te vertellen, maar niet iedereen hoeft daarvan af te weten. Dit jaar heb ik het alleen aan mijn groepje verteld. Met de rest heb ik niet te maken.

 

De reacties waren positief en ik heb meteen duidelijk aangegeven waar ik moeite mee heb. Ook weet ik wat ik wel kan en waar ik goed in ben, het is niet zo dat mijn beperking heel merkbaar is. Het enige ding is dat ik graag op tijd of zelfs te vroeg dingen afmaak. Mijn groepsgenoten moeten me af en toe afremmen en me herinneren dat ik soms te snel wil gaan. Maar dat gaat al beter en het is makkelijker geworden om te denken ‘dat komt wel’, in plaats van in de stress schieten. Wat eigenlijk echt een toevoeging is, zijn mijn planskills. Tuurlijk vind ik het soms irritant dat alles in mijn leven gepland en georganiseerd moet zijn, maar voor school is dat best handig. 

 

Ik ben er ook achter gekomen dat mensen hun werk vaak wel willen doen, maar niet goed weten wat ze moeten doen. Dus wat doe ik nu? Waar ik goed in ben, plannen. Iedere week stuur ik een weekplanning door naar de rest van mijn groepje. Hierin staat wat er die week moet gebeuren en wie wat moet doen. Alles is op tijd af en de samenwerking gaat top.

 

Maar ik heb ook te maken met docenten. Ook bij hen ben ik vorig jaar begonnen om me aan het einde van de eerste les kort voor te stellen en ze op de hoogte te brengen van mijn situatie. Dit werkte super en ik heb nog nooit zulk goed contact gehad met mijn leraren/leraressen. Het gebeurde wel vaak dat ik voor of na de les langskwam omdat ik weer een vraag ergens over had. Ook mail ik me suf. Laatst kwam dat besef weer toen er in de les naar mijn een mailtje werd gezocht. Er werd naar mijn klassennummer gezocht in haar mail. In al mijn mailtjes eindig ik met mijn naam en klassennummer. Dus ze tikte dit nummer in en er kwamen denk ik wel tien mailtjes op het bord, afkomstig van mij. 

 

Maar goed, dat soort dingen boeien me niet heel veel. Ja ik heb een gebruiksaanwijzing, ja ik vraag veel, maar ik vraag liever tien keer iets dan dat ik het verkeerd maak. Dan ben ik veel meer tijd en moeite kwijt. En daarnaast; jij wilde docent worden, dus dan krijg je soms te maken met ingewikkelde studenten. Verder ben ik wel heel blij met iedereen hoor. Vorig jaar heb ik na het afronden van het blok mijn docenten gemaild met een bedankje. Want ook al vind ik dat ze geduld moeten hebben, hadden ze dat ook en dat is toch wel fijn.

Reacties